Burgerschap Leergang
 

Burgerschap Leergang

Burgerschap Leergang

€30

About this course

Over:

Burgerschap gemakkelijker maken voor scholen. Burgerschap moet, maar er is weinig tijd en geld voor. Daarom deze gratis leergang Burgerschap, volgens de definities van Curriculum.nu. Modulair, zodat je het ook in tussenuren kan geven, en aangevuld met actieve werkvormen, filmpjes, etc

Doelgroep:

De onderbouw van:

– Vmbo – basisberoepsgerichte leerweg

– Vmbo – kaderberoepsgerichte leerweg

– Vmbo – gemengde leerweg

– Vmbo –  theoretische leerweg

– Havo

– Vwo

Burgerschap leerdoelen:

Vrijheid en gelijkheid

Onderbouw leerlingen leren:

  • het belang van regels in de klas en op school om te kunnen samenwerken;
  • over de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit als grondslag van de democratische rechtsstaat en de mogelijke spanningen daartussen;
  • over de wording, werking, waardering en begrenzing van grondrechten en mensenrechten, en hun status in internationale verdragen;
  • over mogelijke dilemma's bij het waarborgen van en het respect voor mensenrechten en manieren om over die dilemma's een eigen positie in te nemen;
  • in welke mate zij rechten hebben en vrijheid in het maken van keuzes, in het licht van de plichten en dilemma's die bij het leven horen;
  • in hoeverre de basiswaarden tot uitdrukking komen in de school en in het samenleven;
  • hoe zij op kunnen komen voor de rechten en belangen van zichzelf en van anderen.
Macht en inspraak

Onderbouw leerlingen leren:

  • over staatsvormen zoals monarchie, republiek, aristocratie, dictatuur en totalitaire systemen;
  • over de wording, werking en waardering van de staatsinrichting van Nederland en Europa en het belang van de scheiding der machten;
  • over historische contexten die van belang zijn voor het ontstaan van en de waardering voor de democratische rechtsstaat en de mensenrechten in Nederland en Europe zoals de Opstand, de Franse en Betaafse Revolutie, ideologieën en totalitaire systemen, genocides en onafhankelijkheidsoorlogen.
  • manieren waarop ze besluitvormingsprocessen kunnen organiseren;
  • manieren om op school of in de eigen omgeving macht te onderzoeken, te organiseren en uit te oefenen; over manieren waarop andere groepen in het land macht organiseren;
  • verschillende visies op vrijheid, gelijkheid en solidariteit te onderzoeken en vergelijken;
  • manieren om de rol van macht in actuele maatschappelijke vraagstukken te onderzoeken, alsmede de mogelijkheden die zijzelf en anderen hebben om daar invloed op uit te oefenen.
Democratische cultuur

Onderbouw leerlingen leren:

  • standpunten onderbouwd te uiten, ook als dit een minderheidsstandpunt is, en anderen daar in discussie, debat of dialoog van proberen te overtuigen;
  • de mening van anderen in eigen woorden samen te vatten, te beoordelen en er met inhoudelijke argumenten op te reageren;
  • hun eigen mening bij te stellen op basis van nieuwe inzichten;
  • manieren om de deelname van alle participanten aan dialoog, debat en discussie te bevorderen en te bewaken en ook minderheidsstandpunten actief te onderzoeken;
  • over verschillen van inzicht, en de waarden, overtuigingen, belangen en emoties die daarmee gemoeid zijn; dat die verschillen van inzicht niet altijd overbrugd kunnen of hoeven worden;
  • conflicten in de klas en op school op een vreedzame manier op te lossen maar ook accepteren dat conflicten kunnen blijven bestaan;
  • spanningen en conflicten wereldwijd te onderzoeken in termen van verschillen van waarden, inzicht en belang;
  • op welke manieren zij deel kunnen nemen aan het maatschappelijk debat en invloed kunnen uitoefenen op besluitvormingsprocessen; de ruimte die zij hebben om dit te doen te bevragen en zo mogelijk en zo nodig te gebruiken.
Identiteit

Onderbouw leerlingen leren:

  • de eigen grenzen te herkennen, te benoemen en bewust te bewaken (emotioneel, fysiek, seksueel);
  • te begrijpen dat en hoe dat wat ze denken, doen en willen verband houdt met de veranderingen die ze in de puberteit doormaken;
  • te onderzoeken wat hun ambities en hun toekomstverwachtingen zijn, hun talenten en ontwikkelmogelijkheden; hoe ze die gericht kunnen inzetten bij het maken van een keuze voor een sector, profiel en /of vakkenpakket;
  • uit te drukken en te onderzoeken met welke groep(en) in cultuur en samenleving ze zich verbonden voelen en wat dat voor henzelf betekent;
  • uit te drukken wat eigen idealen, overtuigingen, oordelen en vooroordelen zijn;
  • te reflecteren op de mate waarin hun persoonlijke identiteit mede gevormd is en wordt door leeftijdgenoten, groepsidentiteiten, tradities en/in socialisatie-processen, hun eigen mogelijkheden en beperkingen, en hoe dat alles hen dat helpt of hindert om rollen of identiteitsposities te exploreren;
  • relaties te leggen tussen verschillende aspecten die hun identiteit mede vormgeven en mogelijk met elkaar op gespannen voet staan: gender, levensbeschouwing, religie, cultuur, sociaaleconomische achtergrond, politieke en seksuele oriëntatie; regionale en/of nationale identiteit(en) en/in Europa;
  • te reflecteren op hoe schoonheidsidealen, gender, sekse en seksualiteit, etniciteit en (on)gelijkheid in de maatschappij gerepresenteerd worden en hoe zij zich daar bewust toe willen verhouden.
Diversiteit

Onderbouw leerlingen leren:

  • over het ontstaan van een diverse samenleving in Nederland in de context van een globaliserende wereld;
  • over aspecten van de emancipatie van verschillende groepen mensen door de geschiedenis heen;
  • hoofdzaken over religieuze en levensbeschouwelijke stromingen in Nederland en de wereld;
  • rekening te houden de grenzen van anderen en die op basis van gemaakte afspraken actief te helpen bewaken;
  • zich binnen hun mogelijkheden in de beleving en het perspectief van de ander te verplaatsten;
  • rekening te houden met het welbevinden van anderen en hun overwegingen en gedrag, inclusief hun taaluitingen, gericht aan sociale situaties aan te passen;
  • te herkennen waar beperkingen liggen in de communicatie met anderen en te zoeken naar mogelijkheden om daarop te handelen;
  • rekening te houden met de idealen en toekomstverwachtingen van anderen;
  • hoe groepsgedrag en (sociale)media de houdingen en het gedrag van peers en groepen in de publieke ruimte mede kunnen verklaren.
Solidariteit

Onderbouw leerlingen leren:

  • vraagstukken rond discriminatie, inclusie, rechtvaardigheid en solidariteit in Nederland en elders te onderzoeken; de ruimte die er is om daar verandering in te brengen te onderzoeken en zo mogelijk te gebruiken;
  • in te zien dat mensen verschillende belangen, overwegingen en overtuigingen hebben, en dat dit spanningen op kan leveren;
  • het eigen handelen en dat van anderen af te wegen tegen notities van solidariteit en rechtvaardigheid;
  • manieren om opvattingen te verwoorden, ook als dit een minderheidsstandpunt is; respectvol en empathisch om te gaan met opvattingen van anderen, ook als dat minderheidsstandpunten zijn;
  • ethische dimensies van vraagstukken rond solidariteit en rechtvaardigheid in Nederland en elders te herkennen, te onderzoeken en af te wegen;
Digitaal samenleven

Onderbouw leerlingen leren:

  • over het gebruik van functies van media in het politieke domein, vroeger en nu, inclusief de rol en de werking van propaganda;
  • hun eigen mediagebruik te onderzoeken, zich bewust te worden van de gevolgen en de ethische aspecten hiervan en leren hierover een gesprek te voeren;
  • dat verschillende vormen van media(boodschappen) invloed kunnen hebben op hun eigen gedrag, imago en identiteit, op die van anderen en op de kijk die mensen op de wereld hebben;
  • de invloed van wereldwijd publiceren en de consequenties daarvan te onderzoeken;
  • de betrouwbaarheid van (media-)bronnen te onderzoeken en het effect van het gebruik van betrouwbare versus niet-betrouwbare informatie te analyseren;
  • de eigen privacy en veiligheid en die van anderen te bewaken en te respecteren;
Technologisch burgerschap

Onderbouw leerlingen leren:

  • vraagstukken die technologische ontwikkelingen met zich meebrengen te analyseren, te vergelijken en zich er een mening over vormen;
  • over (on)gewenste invloeden en (on)bedoelde effecten van technologie in de samenleving; na te denken over de gevolgen daarvan voor je eigen gedrag en keuzes;
  • ethische dimensies van technologische ontwikkelingen te onderzoeken en daarover in dialoog te gaan;
  • de gevolgen van ongelijke toegang tot informatie, kennis en technologie en van gebrekkige technologische vaardigheden voor mensen en samenlevingen te onderzoeken;
  • in welke situaties er wel of niet een keuze is in het gebruiken van technologie om volwaardig aan de samenleving deel te kunnen nemen;
Denk- en handelwijzen

Onderbouw leerlingen leren:

  • deel te nemen aan veelvoorkomende communicatieve situaties zoals dialoog, debat en discussie; hoe zij anderen kunnen proberen te overtuigen, maar ook hoe ze de gelijkwaardige deelname van anderen aan de situatie kunnen bewaken en bevorderen;
  • conflictsituaties in het klein en het groot te onderzoeken in termen van verschil van inzicht of belang; hoe ze zulke verschillen van inzicht en belang bespreekbaar kunnen maken en zo mogelijk kunnen overbruggen; verkennen of sommige verschillen van inzicht inderdaad zo fundamenteel zijn dat ze niet kunnen worden opgelost;
  • voor zichzelf en samen doelen te stellen met betrekking tot sociale en maatschappelijke vraagstukken en daarop te handelen; de ruimte die er is om zelf invloed te oefenen en te gebruiken, te bevragen dan wel te analyseren in termen van verschil in invloed en macht;
  • eenvoudige onderzoeksvragen te formuleren en een onderzoeks- of ontwerpplan op te stellen voor vak- of leergebiedspecifieke probleemstellingen in een maatschappelijke context en/of met ethische lading; manieren om de eigen overtuigingen in aanzet te toesten op herkomst en houdbaarheid;
  • manieren om bronnen kritisch te onderzoeken; hun mening, overtuiging of claim op waarheid te rechtvaardigen en op grond daarvan zo nodig hun overtuigingen bij te stellen;
  • zich in de situatie en de beleving van een ander te verplaatsen en daar in hun overwegingen en gedrag, inclusief taaluitingen, bewust rekening mee houden;
  • het perspectief van mensen met andere overtuigingen, mogelijkheden en effectieve rechten te herkennen en te beschrijven; het gedrag van anderen te herleiden tot hun persoonlijke nomen, groepsnormen of situaties en kunnen dat ook toelichten;
  • ethische dimensies in vraagstukken te herkennen en te analyseren; de consequenties van keuzes te onderzoeken en te beredeneren en hun handelen of overtuigingen daar zo mogelijk op af te stemmen;
  • om te gaan met verschillende belangen en overtuigingen die mensen kunnen hebben, waaronder ook overtuigingen die van de mening van een groep of van de algemene norm afwijken; een en ander af te wegen tegen de eigen waarden en algemeen geldende principes.

Ervaring:

“Dit werkt!” (Onder meer van bureau Common Ground, die een review hebben gedaan)

Belangrijke informatie:

Veel dialoog met de klas, en tussen de leerlingen onderling.

Aangeboden door:

Organisatie