Junior Company
 

Junior Company

Junior Company

€30

About this course

Over:

Tijdens Junior Company richten bovenbouw-leerlingen hun eigen bedrijf op en runnen dit gedurende een schooljaar. Ze verdelen functies, bepalen de doelgroep, brainstormen over hun product, schrijven een ondernemingsplan, verkopen aandelen en houden een financiële administratie bij. Met Junior Company ervaren leerlingen op een praktijkgerichte manier hoe het is om een eigen bedrijf te runnen. Ze ontdekken onder meer waar hun talenten liggen en ontwikkelen belangrijke vaardigheden, zoals creativiteit, samenwerken, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheid nemen. Met Junior Company verrijk je jouw lessen met het échte werk!

Doelgroep:

– vmbo – basisberoepsgerichte leerweg
– vmbo – kaderberoepsgerichte leerweg
– vmbo – gemengde leerweg
– vmbo – theoretische leerweg
– havo
– vwo

Burgerschap leerdoelen:

Vrijheid en gelijkheid

Onderbouw aanbevelingen:

  • Het belang van regels in de klas en op school om te kunnen samenwerken;
  • In hoeverre de basiswaarden tot uitdrukking komen in de school en in het samenleven;
  • Hoe zij op kunnen komen voor de rechten en belangen van zichzelf en van anderen.
Macht en inspraak

Onderbouw aanbevelingen:

  • Manieren waarop ze besluitvormingsprocessen kunnen organiseren;
  • Manieren om op school of in de eigen omgeving macht te onderzoeken, te organiseren en uit te oefenen.
Democratische cultuur

Onderbouw aanbevelingen:

  • Standpunten onderbouwd te uiten, ook als dit een minderheidsstandpunt is, en anderen daar in discussie, debat of dialoog van proberen te overtuigen;
  • De mening van anderen in eigen woorden samen te vatten, te beoordelen en er met inhoudelijke argumenten op te reageren;
  • Hun eigen mening bij te stellen op basis van nieuwe inzichten;
  • Manieren om de deelname van alle participanten aan dialoog, debat en discussie te bevorderen en te bewaken en ook minderheidsstandpunten actief te onderzoeken;
  • Over verschillen van inzicht, en de waarden, overtuigingen, belangen en emoties die daarmee gemoeid zijn; dat die verschillen van inzicht niet altijd overbrugd kunnen of hoeven worden;
  • Conflicten in de klas en op school op een vreedzame manier op te lossen maar ook accepteren dat conflicten kunnen blijven bestaan.

 

Bovenbouw aanbevelingen:

  • Daag leerlingen uit om verschillen van inzicht, en de waarden, overtuigingen, belangen en emoties die daarmee gemoeid zijn, bij zichzelf en bij anderen te analyseren, daarop te reflecteren en de eigen inzichten zo nodig bij te stellen.
Identiteit

Onderbouw aanbevelingen:

  • De eigen grenzen te herkennen, te benoemen en bewust te bewaken (emotioneel, fysiek, seksueel);
  • Te onderzoeken wat hun ambities en hun toekomstverwachtingen zijn, hun talenten en ontwikkelmogelijkheden; hoe ze die gericht kunnen inzetten bij het maken van een keuze voor een sector, profiel en /of vakkenpakket;
  • Uit te drukken en te onderzoeken met welke groep(en) in cultuur en samenleving ze zich verbonden voelen en wat dat voor henzelf betekent;
  • Uit te drukken wat eigen idealen, overtuigingen, oordelen en vooroordelen zijn;
  • Te reflecteren op de mate waarin hun persoonlijke identiteit mede gevormd is en wordt door leeftijdgenoten, groepsidentiteiten, tradities en/in socialisatie-processen, hun eigen mogelijkheden en beperkingen, en hoe dat alles hen dat helpt of hindert om rollen of identiteitsposities te exploreren.

 

Bovenbouw aanbevelingen:

  • Laat leerlingen reflecteren op de rol van emoties en overtuigingen in het eigen handelen, om zo nodig dat handelen en die overtuigingen bij te stellen en/of die emoties te onderzoeken;
  • Nodig leerlingen uit zich over de denk- en ervaringswereld van anderen te informeren en die voor zover mogelijk vanuit een binnenperspectief te onderzoeken en te beschrijven;
  • Laat leerlingen breed onderzoeken wat hun ambities en hun toekomstverwachtingen zijn in relatie tot hun talenten en hun ontwikkelmogelijkheden; laat hen dit gericht inzetten bij het maken van een zelfstandige en gerichte keuze voor een beroep, vervolgopleiding en vrije tijd;
  • Laat leerlingen analyseren hoe en reflecteren op de mate waarin hun identiteit mede gevormd is en wordt door hun eigen mogelijkheden en beperkingen, door leeftijdsgenoten en groepsidentiteiten, en geeft hen de ruimte en de rolmodellen om daar als individu een eigen positie tegenover in te kunnen nemen;
  • Prikkel leerlingen om te onderbouwen en te verantwoorden wat hun idealen en overtuigingen zijn, ook in het licht van de zgn. mondiale thema's.
Diversiteit

Onderbouw aanbevelingen:

  • Rekening te houden de grenzen van anderen en die op basis van gemaakte afspraken actief te helpen bewaken;
  • Rekening te houden met het welbevinden van anderen en hun overwegingen en gedrag, inclusief hun taaluitingen, gericht aan sociale situaties aan te passen;
  • Te herkennen waar beperkingen liggen in de communicatie met anderen en te zoeken naar mogelijkheden om daarop te handelen;
  • Rekening te houden met de idealen en toekomstverwachtingen van anderen;
  • Hoe groepsgedrag en (sociale)media de houdingen en het gedrag van peers en groepen in de publieke ruimte mede kunnen verklaren.
Solidariteit

Onderbouw aanbevelingen:

  • In te zien dat mensen verschillende belangen, overwegingen en overtuigingen hebben, en dat dit spanningen op kan leveren;
  • Manieren om opvattingen te verwoorden, ook als dit een minderheidsstandpunt is; respectvol en empathisch om te gaan met opvattingen van anderen, ook als dat minderheidsstandpunten zijn.
Digitaal samenleven

Onderbouw aanbevelingen:

  • Dat verschillende vormen van media(boodschappen) invloed kunnen hebben op hun eigen gedrag, imago en identiteit, op die van anderen en op de kijk die mensen op de wereld hebben.
Duurzaamheid

Onderbouw aanbevelingen:

  • Het concept duurzaamheid te onderzoeken en de verschijnselen en processen die invloed hebben op duurzaamheid en duurzame keuzes te herkennen, te beschrijven en in relatie tot elkaar te verklaren;
  • Over de sustainable development goals (SDG) en andere duurzaamheidsdoelstellingen en de ambities van een groot aantal regeringen die zich hieraan gecommitteerd hebben;
  • De betekenis van de begrippen People, Planet, Prosperity aan de hand van voorbeelden te herkennen, te beschrijven en te onderzoeken;
  • Over spanningen die er zijn tussen de waarden en belangen achter People, Planet en Prosperity, en over de invloed daarvan op de leefomgeving dichtbij en veraf, nu en later;
  • Na te denken over haalbare duurzame oplossingen voor vraagstukken en het draagvlak daarvoor op verschillende schaalniveaus, eventueel met gebruikmaking van de sustainable development goals of andere duurzaamheidsdoelstellingen.

 

Bovenbouw aanbevelingen:

  • Schenk aandacht aan praktisch werken aan de concrete oplossing van duurzaamheids-vraagstukken op kleine schaal.
  • Laat leerlingen oefenen om gewogen standpunten in te nemen ten aanzien van aspecten van duurzaamheid in relatie tot het eigen leven en de mogelijke spanningsverhouding tussen individuele wensen en collectieve belangen en verschillende collectieve belangen.
Denk- en handelwijzen

Onderbouw aanbevelingen:

  • Deel te nemen aan veelvoorkomende communicatieve situaties zoals dialoog, debat en discussie; hoe zij anderen kunnen proberen te overtuigen, maar ook hoe ze de gelijkwaardige deelname van anderen aan de situatie kunnen bewaken en bevorderen;
  • Conflictsituaties in het klein en het groot te onderzoeken in termen van verschil van inzicht of belang; hoe ze zulke verschillen van inzicht en belang bespreekbaar kunnen maken en zo mogelijk kunnen overbruggen; verkennen of sommige verschillen van inzicht inderdaad zo fundamenteel zijn dat ze niet kunnen worden opgelost;
  • Voor zichzelf en samen doelen te stellen met betrekking tot sociale en maatschappelijke vraagstukken en daarop te handelen; de ruimte die er is om zelf invloed te oefenen en te gebruiken, te bevragen dan wel te analyseren in termen van verschil in invloed en macht;
  • Eenvoudige onderzoeksvragen te formuleren en een onderzoeks- of ontwerpplan op te stellen voor vak- of leergebiedspecifieke probleemstellingen in een maatschappelijke context en/of met ethische lading; manieren om de eigen overtuigingen in aanzet te toesten op herkomst en houdbaarheid;
  • Zich in de situatie en de beleving van een ander te verplaatsen en daar in hun overwegingen en gedrag, inclusief taaluitingen, bewust rekening mee houden;
  • Het perspectief van mensen met andere overtuigingen, mogelijkheden en effectieve rechten te herkennen en te beschrijven; het gedrag van anderen te herleiden tot hun persoonlijke nomen, groepsnormen of situaties en kunnen dat ook toelichten;
  • Om te gaan met verschillende belangen en overtuigingen die mensen kunnen hebben, waaronder ook overtuigingen die van de mening van een groep of van de algemene norm afwijken; een en ander af te wegen tegen de eigen waarden en algemeen geldende principes.

 

Bovenbouw aanbevelingen:

  • constructief en als gelijkwaardige deel te nemen aan elke communicatieve situatie; de eigen standpunten helder en overtuigend voor het voetlicht te brengen, maar ook de deelname van ieder en de expressie van de standpunten van allen te bewaken en te bevorderen.
  • actief te bemiddelen bij conflicten in de eigen omgeving en na te denken over oplossingen voor conflicten op grotere schaal; verantwoordelijkheid te nemen voor vormen van overleg om te zoeken naar consensus; te begrijpen dat en te analyseren waarom sommige verschillen van inzicht niet opgelost hoeven worden, maar naast elkaar kunnen blijven bestaan;
  • zelfstandig relevante onderzoeksvragen te formuleren en een eigen onderzoeksaanpak te bedenken voor interdisciplinaire probleemstellingen; te denken over en/of te werken aan oplossingsrichtingen voor complexe maatschappelijke en/of ethische geladen thema's. De herkomst en de houdbaarheid van de eigen en andermans opvattingen te analyseren en zo mogelijk en zo nodig te kritiseren;
  • begrijpelijke argumenten te geven voor hun meningen of overtuigingen en verbanden te leggen tussen hun eigen overtuigingen en die van anderen;
  • hun eigen opvattingen structureel te beargumenteren en -waar relevant- te relativeren; hun aanspraken op kennis systematisch te rechtvaardigen en te beoordelen, en op grond daarvan zo nodig hun overtuigingen bij te stellen.
  • het perspectief van concrete anderen in een gegeven context te herkennen en te beschrijven (hoe zou dat kind daar, in die omstandigheden, zich …); te anticiperen op wat hun gedrag of uitlatingen teweeg kunnen brengen bij een ander;
  • te reflecteren op de rol van emoties en overtuigingen in het eigen handelen, en zo nodig het handelen en die overtuigingen bij te stellen en/of die emoties te onderzoeken; zich over de ervaringswereld van de anderen te informeren en die voor zover mogelijk vanuit een binnenperspectief te beschrijven;
  • de denk- en ervaringswereld van mensen met andere overtuigingen, rechten en mogelijkheden vanuit hun context te verstaan; de overeenkomsten en verschillen tussen de waarden, (geloofs-)overtuigingen en cultureel bepaalde uitingsvormen en levenswijzen van de eigen en van de andere groepen te analyseren.
 

Ervaring:

“Ik dacht altijd: ik start maar niks voor mezelf, want een eigen bedrijf runnen is lastig en ik kan dat niet. Maar door Junior Company weet ik nu dat ik het wél kan. Ondernemen is niet altijd gemakkelijk, maar het is wel een stuk toegankelijker geworden. Het is niet meer eng om de stap te nemen om voor mezelf te beginnen, want ik weet nu wat er allemaal bij komt kijken.”

Belangrijke informatie:

Met Junior Company kan er aanlsuiting worden gevonden met de examenprogramma’s. De mate van aansluiting is afhankelijk van het gekozen profiel en vakken. Op het vmbo kan Junior Company ingezet worden als invulling van het profielwerkstuk of het keuzevak ‘Ondernemen’. Op havo en vwo is Junior Company bij uitstek geschikt om in te zetten als profielwerkstuk bij het profiel Economie & Maatschappij en binnen het vak (bedrijfs)economie.

Aangeboden door:

Organisatie